Metabole problemen (bij het endurance paard) – voorkomen is beter dan genezen.
Floor van Kootwijk – paarden arts – SIO inwendige ziekten
De eerste wedstrijden van het seizoen komen er alweer aan, we zijn gemotiveerd en hebben , als het goed is, gedegen getraind om aan start te verschijnen. Je bent lekker met je rit bezig maar je paard voelt toch nét niet goed aan, en nu? In onderstaand artikel vertelt Floor over metabole problemen bij paard. Wat is het? Hoe komt het? Hoe kunnen we dit tijdig signaleren en als allerbelangrijkste; hoe voorkomen we metabole problemen?
Wat zijn metabole problemen?
Metabole problemen zijn stofwisselingsproblemen. In het het engels wordt dit ook wel het ‘Exhausted Horse Syndrome’ genoemd. Oftewel het uitgeputte paard syndroom, dit wekt wellicht de illusie dat dit alleen gebeurd bij paarden die heel hard of heel lang werken, maar dat hoeft niet. Wanneer een paard zich in lastige omstandigheden bevindt, zoals bijvoorbeeld hoge luchtvochtigheid of warm weer kan hij ook in de problemen raken.
Elektrolyten en vocht in het lichaam
Paarden hebben een reserve van water en elektrolyten in hun dikke darm en blinde darm. Bij inspanning kan een paard uit de reserves in zijn lichaam putten. Zo is er 10- 20 % elektrolyten aanwezig in de inhoud van de dikke darm & blinde darm.
Hoe kan het dan toch dat paarden tegen problemen aan kunnen lopen? Paarden zijn niet heel praktisch gebouwd. Een paard heeft een inefficiënte motor, als een paard een inspanning levert (verbranden) dan wordt 20% van die verbranding omgezet in energie om het lichaam in beweging te krijgen en 80% wordt omgezet in warmte.
Al die warmte moet hij ook weer kwijt, als dat niet goed kan dan gaat een paard oververhitten. De 2 belangrijkste manieren om af te koelen zijn zweten en panting (versneld ademhalen)
De omgeving is sterk van invloed op het gemak waarmee een paard warmte kan afgeven. Als het koud is, of als het droge omstandigheden zijn gaat het makkelijker. Maar als er warme / vochtige omstandigheden zijn is dit lastiger, ook omdat je paard dan al sneller opwarmt. Paarden met lichaamsvet zijn meer geïsoleerd en hebben ook meer moeite om hun warmte kwijt te raken. Het is lastig om te bepalen hoe warm een paard nu echt is, omdat de rectale temperatuur lager ligt dan de centrale temperatuur (binnen in het lichaam). Bij een te hoge (centrale) lichaamstemperatuur zien we dat er schade kan ontstaan. We weten dat er vanaf een temperatuur boven de 40 graden rectaal gemeten we in een gevaarlijke range komen waarin (permanente) schade kan ontstaan aan verschillende weefsels.
>41,5 graden: schade aan het centraal zenuwstelsel
>42,5 graden: schade aan bloedvaten
>45,0 graden: schade aan alle weefsels, vooral spieren
Panting
Panting is het afgeven van warmte via de ademhaling, dit gat doorgaans in twee fases:
Primaire fase: snel & oppervlakkige ademhaling, dit is niet problematisch. Wanneer een paard makkelijk snel en oppervlakkig kan ademen kan hij goed zijn warmte kwijt op die manier. Dit is een normale respons, maar moet niet te lang duren.
Secundaire fase: Het tragere / diepere ademhalen of zelfs met de mond open ademen. Beide is niet wenselijk omdat hier risico’s aan vast zitten, zoals long ontsteking of hyperventilatie.
Zweten
Zweet is water en elektrolyten, een paard zweet hypertoon. Dat wil zeggen dat er meer elektrolyten in het zweet zitten dan in het bloed van het paard. Dus hij verliest meer elektrolyten dan water en zo krijg je een elektrolyten tekort. Daardoor krijgen zij geen dorstprikkel wanneer zij gaan uitdrogen, in tegenstelling tot bij mensen. Hierdoor verandert ook de zuurgraad van het lichaam en dit kan orgaanfuncties verstoren. Een paard kan in een endurance wedstrijd wel 15 liter vocht per uur verliezen door te zweten.

Elektrolyten tekort
Bij een elektrolyten tekort komen verschillende systemen in de problemen. Symptomen hiervan kunnen zijn:
- Spierproblemen: stijve gang, spier trillingen (niet vanwege kou)
, terug getrokken kin
- Te hoge hartslag en hartritme stoornissen
- De ‘Hik’
Uitdroging
Uitdroging leidt tot een slechtere doorbloeding van het lichaam, wat de volgende problemen tot gevolg kan hebben:
- Verergering van al aanwezige spierproblemen
- Slechte doorbloeding van het maagdarmstelsel, hierdoor kan het paard niet bij zijn reserves van vocht & elektrolyten en droogt het nog sneller uit. In heel ernstige gevallen worden de belangrijke organen zoals het hart & de nieren niet meer goed doorbloed en ontstaat er orgaanfalen.
Spierproblemen:
Een te kort aan glycogeen (brandstof) in de spieren leidt tot spierafbraak, oververhitting van de spieren, elektrolyten tekort en slechte doorbloeding geeft schade aan de spieren.
Als paarden een spierprobleem aan het ontwikkelen zijn kun je de volgende symptomen zien:
- Normale spieren op palpatie tot pijnlijke & harde spieren.
- Slapte, incoördinatie en spier trillingen (niet van kou)
- Donkere urine
- Kreupelheden
Klinisch onderzoek (op wedstrijd)
- Te hoge ademhaling met normale ademhalingsgeluiden
- Aanhoudend te hoge hartslagen (>60)
- Gefaalde ridgeway-trot (niet voldoende herstellen)
- Hartritmestoornissen
- Rode, droge slijmvliezen met een vertraagde CRT
- Turgor >3sec
- Hyperthermie > 40 graden
Het is goed om dit zelf ook te leren toepassen zodat je weet wat ‘normaal’ is bij jouw paard, zodat je afwijkingen snel kan herkennen.
Preventie:
- Goede training, gedegen voorbereiding, tijdig starten met training, train wat je in de wedstrijd wil gaan doen en kan verwachten qua omstandigheden en ondergronden.
- 4-5 dagen voorafgaand aan de wedstrijd lichter werk. Geen trainingsprikkels meer, alleen onderhoud, daarnaast 2 weken voor de wedstrijd tapering.
- Goede voeding, hierdoor een goede glycogeen reserve in de spieren.
- Ruwvoer erg belangrijk voor een goede reserve van vocht & elektrolyten in het maagdarm stelsel.
- ‘Klassiek ruwvoer’: hooi, voordroog, weidegang
- Bietenpulp: rijk aan vocht, vezels & elektrolyten
- Vermijd grote hoeveelheden luzerne, vanwege het hoge calcium gehalt. Bij paarden met onderliggende spierproblemen, zoals PSSM of MFM, is het verstandig om granen te beperken in het dieet.
- Energie rijke voeding
- Zetmeel & suikergehalte <10-12%
- Vetgehalte: 5-10%
- Eiwitgehalte: 10-12% (hoge eiwit gehaltes leiden tot meer warmte productie bij verbranding en een hogere vocht behoefte).
- Toevoegen van extra vet in de vorm van olie. Vet geeft minder warmte productie bij verbranding en bevat meer energie/gram.
- Antioxidanten: vitamine E, vitamine C en selenium. In principe heb je bij een goede vitamine brok geen extra anti-oxidanten nodig. Tenzij je in de hogere klasses gaat trainen. Het verbruik van anti-oxidanten is namelijk veel hoger op dat moment.
- Elektrolyten geven in de dagen voorafgaand aan de wedstrijd.
Conclusie:
- 1,5-2kg / 100kg paard aan ruwvoer
- Bietenpulp & kleine hoeveelheden luzerne (pavo Fibrebeet)
- Krachvoer laag in zetmeel & suikers, hoog in vet.
- 2-3x daags 50ml olie toevoegen
- Vitamine E, C en selenium supplement
Voorkomen van metabole problemen
(te) zware paarden hebben meer kans om tegen metabole problemen aanlopen, omdat zij meer isolatie hebben en dus meer en langer warmte vasthouden. Maar ook omdat zij meer warmte aanmaken bij de verbranding omdat het lichaam meer gewicht moet bewegen.
Het is belangrijk dat je paard drinkt en plast tijdens de wedstrijd.
Dit kan je ook als onderdeel van je training aanbieden. Je kunt je paard in de trainingen leren wennen aan drinken onderweg en/of bij terugkomst bij de trailer. Als hij/zij slecht drinkt kun je bijv. Appelsap door het water heen doen.
Tijdens de wedstrijd kun je ook aanpassingen doen om te voorkomen dat hij in de problemen komt. Ook hierin is het belangrijk dat je je paard goed kent;
- Wat is zijn normale hartslag bij een training?
- Hoe reageert hij op verschillende weersomstandigheden en wat heeft hij daarin nodig?
- Is het verstandig om hem (deels) te scheren?
Al deze informatie neem je mee in je wedstrijd. Tijdens de wedstrijd kun je het tempo aanpassen aan je paard op elk groompunt koelen en drinken aanbieden.
Luchtvochtigheid is iets om ook rekening mee te houden, dit is voor paarden heel zwaar.
In de Vet gate (of na de finish) zijn er ook dingen die je kan doen om je paard te helpen weer goed te herstellen waardoor hij een volgende ronde goed kan afleggen.
- Eten & drinken het allerbelangrijkste!
- Ruwvoer met korte vezels: grasmixen, ‘fibre nuggets’, luzerne à calciumrijk.
- Energierijke slobbers: bietenpulp, elektrolytenmash
- Elektrolyten: natrium, chloor, kalium, magnesium & calcium
- ‘Isotone’ oplossing (poeder): elektrolyten & water gemengd
- ‘Hypertone slurry’, in de mond à Enkel wanneer het paard goed gedronken heeft in de vetgate. Omdat de elektrolyten geconcentreerder zijn dan in het bloed. Belangrijk om de mond te spoelen na de slurry, vanwege de irritatie aan de slijmvliezen, niet geven bij paarden die gevoelig zijn voor maagzweren.
- Dekens alleen als het paard echt ‘te’ koud is à een van de indicatoren voor een metabool problem is spiertrillingen. Temperatuur opnemen als je twijfelt of hij het koud heeft of dat hij trilt doordat hij vermoeid is of een metabool probleem dreigt te krijgen.
Na de wedstrijd:
Herstellen van elektrolyten & vochtbalans van het maagdarmstelsel, door het aanbieden van voldoende ruwvoer en water, ook nog elektrolyten geven na de wedstrijd en de dag erna. Tot de dag na de wedPols & paard in de gaten houden, de hartslag is een goede indicator hoe het met hem gaat.
Wanneer je toch (regelmatig) tegen metabole problemen aan lopen met je paard is het verstandig om hier een dierenarts bij te betrekken, uitzoeken of hij een specifiek elektrolyt mist, of onverklaarbare kreupelheden, dan zou een spierbiopt uitkomst kunnen bieden.
Ook zou het ook verstandig kunnen zijn om een lactaat meting te doen, zodat je het omslagpunt van paard kent en dan dus kan voorkomen dat anaeroob gaat trainen je paard in de verzuring komt.
Bovenstaande informatie zou je als eigenaar een goed inzicht moeten geven in wat paarden nodig hebben en hoe jij als eigenaar daarin kan faciliteren, om op die manier samen te kunnen genieten van vele mooie (wedstrijd) kilometers.